Bij de aanpak van bodemdaling wordt nauwelijks nagedacht over de rol van ontwerp en stedenbouwkundigen, ondanks de grote schade die het veroorzaakt aan woningen, wegen, rioleringen en groenvoorzieningen. Gemeenten, bewoners en ondernemers ervaren de gevolgen van bodemdaling direct. Schade aan vastgoed en infrastructuur kost de samenleving jaarlijks miljarden euro’s. Toch blijft de aanpak vaak beperkt tot technische oplossingen. Er is daarom een fundamentele verandering in het denken en handelen nodig. Bodemdaling is namelijk niet alleen een probleem, maar ook een kans om klimaatadaptatie, mobiliteit, vergroening en leefbaarheid met elkaar te kunnen verbinden.

Het onderzoek heeft geresulteerd in drie fysieke modellen die nieuwe perspectieven bieden op de inrichting van stad en wijk. Een model van Nederland – Dit model maakt het spanningsveld zichtbaar tussen bodemdaling en verstedelijking op nationaal niveau. Het laat zien waar de kwetsbaarheden liggen en hoe bodemdaling zich verhoudt tot de druk op het stedelijk gebied. Een model van de stad – Dit model richt zich op een wijkgerichte aanpak, waarbij de koppeling wordt gelegd met andere opgaven, zoals waterbeheer, vergroening, mobiliteit en bewonersdifferentiatie. Een model op gebouw- en straatniveau – Dit model toont vernieuwende woon- en leefvormen in een stad die niet langer steunt op het traditionele principe van ophogen, maar waarin mogelijk andere oplossingen centraal staan. Denk hierbij aan scenario’s waarin bewoners een bootje voor de deur hebben in plaats van een auto.

De modellen zijn geen kant-en-klare oplossingen, maar vormen een uitnodiging om anders naar de stad te kijken. Verbeeldingskracht helpt om los te komen van traditionele werkwijzen. Met de modellen worden beleidsmakers, ontwerpers en andere betrokkenen uitgedaagd om op nieuwe manieren naar de inrichting van de stad te kijken en hiermee aan de slag te gaan.Het project ‘Toekomst voor de Zakkende Stad’ werd mede mogelijk gemaakt door het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie. Het project is een samenwerking van VOIDS, OBSCURA en Paul Swagerman. Bij de totstandkoming waren Platform Slappe Bodem, Kenniscentrum Bodemdaling en Funderingen en Gemeente Gouda nauw betrokken.